top of page

Wat een feestje en een trampoline ons leren over de man-vrouw verschillen

Bijgewerkt op: 10 okt. 2018

“Aan het begin van de zomervakantie geeft mijn dochter van veertien een tuinfeestje voor haar -gemengde- klas. Tijdens de voorbereidingen schik ik kussens op de trampoline en creëer daarmee, zo denk ik als gastvrouw achter de schermen, een gezellig hoekje.

En inderdaad, zo ergens rond kwart na tien, als de zon begint onder te gaan, installeren zich daar een zestal meisjes. In een kringetje, zakken chips, een fles cola, veel gelach en natuurlijk smartphones voor de verplichte fotoshoot. Check, denk ik blij van achter het raam. De plek waar ik zo onopvallend mogelijk een oogje in het zeil houd.

Het is al pikkedonker als ook de jongens van de klas de trampoline met kussens ontdekken. De meisjes staan intussen ergens anders te dansen. Ik weet het, het zou heel bijzonder geweest zijn, moesten die jongens in een kringetje op de kussens zijn gaan zitten, giechelend chips eten, cola drinken en selfies nemen. Maar het hàd toch gekund? En voor mijn vrouwennesten-brein zijn er eigenlijk ook geen andere opties bij het zien van zo’n cosy hoekje. En toch...


Vijf lange slungels smijten zich op de trampoline. En beginnen te springen. Om ter hoogst. Ik houd van achter het raam mijn hart vast. Om het zeil van de trampoline dat onder zoveel geweld meer dan ooit moet meegeven en om de benen en de armen van die jongemannen die ik al hoor breken, want ze staan er met te veel op en ze zijn te wild. De kussens hotsen mee en trekken zo hun aandacht. Geen tijd voor opluchting voor mij. Het springen stopt want plots verwordt het cosy hoekje tot gevechtsarena! Vijf jongens kloppen op elkaar zonder genade met paarse en blauwe Ikea- kussens. In een film zouden de veren nu in het rond vliegen. En als ook dat niet meer leuk is, dan spelen ze om ter verste kussens-gooien. Liefst over de haag, in de tuin van de buren.


Tegen dan ben ik in alle staten. Ik roep mijn dochter binnen, want ik wil natuurlijk geen gènante scene veroorzaken waar al haar vrienden bij zijn, en spreek haar aan op het gedrag van haar mannelijke gasten. Ze luistert naar mijn tirade en zegt dan met een stem vol liefde voor haar stoere klasgenoten: "mama, relax, zo zijn jongens."

Een paar uur later, als de tuin er weer stil en verlaten bij ligt, en mijn vrouwelijke gemoederen bedaard, vraag ik mij af: ‘Wat als die jongedames en -heren sàmen op de trampoline waren geklommen en in sync een activiteit hadden uitgedacht? Hoe zou dat eruit gezien hebben?’


 

Morele bias

Wat mij (Fanny) treft in het verhaal van Tamara is wat er met haar gebeurt, waar haar waardering en haar irritatie vandaan komen. Waarom het gedrag van de meisjes haar doet glimlachen en dat van de jongens haar doet steigeren. Van waar haar oordeel? Is het eigenlijk niet prima zo?


De wetenschap noemt dit ‘morele bias’. Te begrijpen als een morele code die je hebt meegekregen om naar het gedrag van je soortgenoten te kijken. Je beoordeelt gedrag anders naargelang je jezelf voelt behoren bij een bepaalde groep of niet. Je interne code schrijft je voor of iets ‘juist’ is, ‘passend’ is, ‘waardevol’ is. Zolang je je niet bewust bent van de werking van je eigen code, is het quasi onmogelijk om de anderen met open vizier tegemoet te treden.


Om hier zicht en vat op te krijgen, kan het interessant zijn om te gaan kijken welke boodschappen jij als kind (meisje of jongen) hebt meegekregen rond ‘juist’ en ‘waardevol’ gedrag. Pas als je je bewust wordt van je eigen inprentingen en overtuigingen kan je onbevooroordeeld en oprecht gaan kijken naar de meerwaarde die er schuilt in andere –in casu mannelijke- benaderingen. Een absolute voorwaarde om over in sync en co-creatie te kunnen denken.

Culturele bias

Even terug naar het feestje. We zouden ons ook nog een andere bedenking kunnen maken: ‘Gebruiken die jongens de trampoline niet juist waarvoor ze bedoeld is? Zouden die meiden ook niet beter eens wat bewegen? I.p.v. foto’s te maken en zich vol chips en cola te proppen en daarna wellicht weer dagen op dieet gaan?’

Ook deze bedenkingen getuigen van een ‘oordelende blik’, de blik van de norm, van normaal. De norm voor het gebruik van een toestel, de norm voor eten/bewegen, de norm voor maat en gewicht van een (meisjes)lichaam. Zoveel normen die we geïntegreerd hebben in onze mind-set en die ons blikveld verengen. Op het kruispunt van meervoudige identiteit waar wij staan, hebben we ons bepaalde normen eigen gemaakt waarmee we naar anderen kijken. Naast de morele bias hebben we dus ook een culturele bias, die ons vertelt wat ‘normaal’ is. Ook wat normaal is voor een man of voor een vrouw, in een bepaalde culturele setting.


Hier is de setting een feestje van Vlaamse middelbare schoolmeisjes. In een andere setting zijn andere normen gangbaar en die botsen soms met wat we zelf normaal vinden. Het kruispunt waarop ik, Fanny, sta is dat van een witte middenklasse vrouw. Ik weet nog hoe bewust ik me daar van werd toen ik een zwangere vrouw in Ivoorkust hout zag hakken en verontwaardigd was en bijna haar man bij zijn lurven had willen vatten en hem aan het werk zetten. Hout hakken is een normaal onderdeel van het vrouwenwerk in Ivoorkust. Los van de discussie of zij daar dan misschien minder geëmancipeerd zijn, is het zo dat er wereldwijd grote verschillen zijn in wat we toewijzen als normaal gedrag aan mannen en/of vrouwen.


Nog even een uitstap naar ander feestje. Mijn dochter was uitgenodigd voor een traditionele trouw van een Marokkaanse vriendin. Een hele belevenis! En een heel andere dan het zomerse tuinfeest. Aan de vrouwenkant was het daar één en al uitbundigheid. De vrouwen dansten en zongen de hele nacht door terwijl de mannen eerder intiem en ingetogen vierden. Een duidelijk ander cultureel normaal.

Tijdens onze training M/V in team nodigen we je uit om je morele en culturele biases te onderzoeken opdat je met open vizier kan kijken naar ‘de anderen (m/v)’ in jouw team. Bewustwording van die ingebakken codes laat je toe om potentieel krachtige synergieën te zien i.p.v. irritatie, onbegrip en boosheid. Niet alleen een verrijking voor jezelf, en je team, maar ook voor de organisatie als geheel.

Hoe interessant, innovatief en creatief zouden organisaties niet worden als ze ‘cosy kussengevechten’ houden? Als ze low-and-high energy activiteiten in een goede mix aanbieden aan hun werknemers? Als ze durven loslaten wat ze voorzien hadden en out- of-the-box durven gaan met uitbreekacties en inward moves. The best of both worlds combined!


 

Tamara Lenaerts

Tot mijn achttiende dacht ik dat het in de wereld werkt zoals het ‘onder vrouwen’ gaat. Niet dus. Van die shock ben ik intussen bekomen. Vele jaren van ervaringen later, kijk ik opnieuw door de ogen van toen naar de gebeurtenissen van nu om zo een bijdrage te leveren aan het (terug) wakker maken en (meer) waarderen van het vrouwelijke in vrouwen én in mannen.

Fanny Matheusen Als kleine meid opgroeiend in een patriarchale wereld werd mijn gevoel voor rechtvaardigheid op de proef gesteld. Ik zag hoe vrouwelijke stemmen geen gevolg kregen en onder de mat geschoven werden. Sindsdien is het zoeken naar het vrouwelijke in mezelf, in andere mensen en in de wereld de motivatie doorheen mijn werk geworden. Meer op Goes-thing



111 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page